1. Financiële verhouding
De financiële verhouding is dé grote risicofactor voor alle gemeenten. Het Kabinet Rutte III heeft de achterliggende jaren een structureel herstel van gezonde gemeentefinanciën met een toereikende Rijksbekostiging doorgeschoven naar een nieuw Kabinet c.g. Regeerakkoord. Het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte IV met de naderhand verschenen gemeentefondscirculaires tot en met de meicirculaire 2023 zorgen voor een diffuus en complex beeld:
- Enerzijds is sprake van fors extra incidentele bedragen tot en met 2025 . Rijk en VNG hebben een akkoord gesloten om de (hoge) volume-accressen voor deze jaren te bevriezen;
- Anderzijds is c.q. blijft er na 2025 een structureel probleem .
De informatie tot en met de meicirculaire 2023 is onderdeel van de besluitvorming via de Perspectiefnota 2024 waarbij de kaders voor de voorliggende meerjarenbegroting 2024-2027 zijn vastgesteld. Vlak daarna is het Kabinet Rutte IV ten val gekomen. We bevinden ons nu in een demissionaire periode. De Tweede Kamer heeft het dossier Gemeentefinanciën/Financiële Verhouding controversieel verklaard. Na gehouden verkiezingen op 22 november 2023 is het proces van Kabinets(in)formatie gestart. De uitkomsten daarvan zijn ongewis, maar betekenen in ieder geval dat rekening moet worden gehouden met een vooralsnog aanhoudende onzekerheid over het begrotingsperspectief 2026 en verder.
Binnen de financiële verhouding zijn de volgende risico’s van substantiële omvang te noemen:
- Het sociaal domein laat een sterke autonome kostenstijging zien. Dit is een landelijk patroon. De bekostiging houdt hiermee geen gelijke tred. Dit reeds bestaande punt van zorg wordt groter nu het Rijk met ingang van 2027 een nieuwe indexeringssystematiek voor de groei van het gemeentefonds heeft aangekondigd. Daarmee wordt de “samen-trap-op-trap-af-systematiek” verlaten. De omvang van het gemeentefonds wordt in plaats daarvan geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het BBP (Bruto Binnenlands Product). Er is sprake van een grote opwaartse druk op de zorguitgaven door de demografische ontwikkeling (“dubbele vergrijzing”). Dit raakt zowel de Rijksbegroting als gemeentebegrotingen. Het is zeer de vraag of indexering op basis van BBP dit afdoende compenseert. De meerwaarde van indexering op basis van BBP zou een grotere stabiliteit moeten zijn. Maar gemeenten zijn niet beter af met een stabiele inkomstenstroom op een structureel te laag niveau bij onstabiele, hogere uitgaven
- Juni 2023 hebben Rijk/VNG overeenstemming bereikt over een principeakkoord over de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd ( ALV stemt in met Hervormingsagenda Jeugd | VNG ). Deze Hervormingsagenda bevat een breed maatregelenpakket om de kosten van de jeugdhulp terug te dringen en beter te beheersen. Dit omvat een striktere afbakening (inperking) van de reikwijdte van de door gemeente te waarborgen jeugdhulp, een goedkopere uitvoering (efficiënter, minder administratieve lasten) en de mogelijkheid van eigen bijdragen. Aan de voorkant zijn forse budgetverlagingen ingeboekt, waarvan onzeker is of deze kunnen worden gerealiseerd. Daarbij baseert de Hervormingsagenda zich op macrocijfers en -effecten. De impact voor individuele gemeenten kan sterk verschillen al naar gelang “waar gemeenten nu staan”. Het afgesloten principeakkoord regelt de instelling van een deskundigencommissie die de feitelijke uitgavenontwikkeling gaat monitoren en analyseren en op basis daarvan zwaarwegend advies geeft over wat nodig is voor een adequate bekostiging. Dit gaat voor het eerst gebeuren in 2025 op basis van de cijfers over 2023 en 2024..
- Het Rijk heeft de herinvoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrageregeling in Wmo in plaats van het huidige abonnementstarief Wmo aangekondigd per 2026. Dit gaat gepaard met een uitname uit het gemeentefonds. De concrete uitwerking en de impact daarvan voor Amstelveen is nog onbekend;
- Een structureel afdoende bekostiging van nieuwe gemeentelijke taken c.q. maatschappelijke opgaven zoals het klimaatakkoord (duurzaamheidsopgave) en de invoering en uitvoering van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging in de Bouw is nog niet goed geregeld en een risico. Recente onderzoeken laten zien dat de structurele kosten van de uitvoering van de Omgevingswet significant hoger uitvallen dan eerder geraamd. De bestaande afspraken gaan ervan uit, dat gemeenten deze hogere kosten op termijn door besparingen kunnen terugverdienen. Het is zeer de vraag of dit nog realistisch is en het plaatst gemeenten hoe dan ook de eerste reeks van jaren voor hogere financiële opgaven;
- De komende tijd vinden allerlei onderzoeken plaats naar de werking van het nieuwe verdeelmodel voor de algemene uitkering. Amstelveen is in het huidige model een voordeelgemeente. Het risico bestaat, dat de nadere onderzoeken tot verfijningen leiden die dit beeld veranderen. In ieder geval is de invoering van het nieuwe model gefaseerd en vooralsnog afgetopt (“bevroren”) op de stand per 2025;
- De ambtelijke Studiegroep Begrotingsruimte adviseert voor de komende kabinetsperiode een koerscorrectie (verlaging begrotingstekort Rijk) van € 17 miljard om de overheidsfinanciën gezond te houden: 17de rapport Studiegroep Begrotingsruimte | Ministerie van Financiën - Rijksoverheid (rijksfinancien.nl) . Zoals eerder vermeld zijn de uitkomsten van de lopende Kabinets(in)formatie nog hoogst ongewis, maar gemeenten blijven niet buiten schot blijven als het Rijk moet ombuigen;
- We leven in uiterst turbulente tijden met een cumulatie van (mondiale) crisissituaties die zorgen voor grote onzekerheden en risico’s als het gaat om de toekomst de gemeentefinanciën als onderdeel van de overheidsfinanciën: de oorlog in Oekraïne, de vluchtelingen- en asielopvang, de hoge inflatie, energie/grondstoffentekorten, arbeidsmarktkrapte, woningmarkt en klimaatopgaven.