3 Paragrafen

3.7 Financiering

Renteschema voor bepalen omslagrente

In de notitie rente van de commissie BBV staat aangegeven dat door opnemen van het renteschema in de paragraaf financiering inzicht wordt gegeven aan de volgende drie punten:

  1. de rentelasten;
  2. het renteresultaat;
  3. de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten.

Het voorgeschreven rentemodel houdt rekening met 4 grootheden:
A. Werkelijk ontvangen en betaalde rente over korte en lange financiering (leningen, schatkistbankieren);
B. Rente die aan grondexploitaties moet worden doorberekend op basis van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille, naar verhouding vreemd vermogen / totaal vermogen van de balans per 1 januari;
C. Interne rente over eigen vermogen en voorzieningen;
D. Boekwaarde vaste activa per 1 januari;
De som van A t/m C wordt gedeeld door D en uitgedrukt in een percentage.

Amstelveen rekent -naast een interne rentevergoeding over het eigen vermogen- rente over voorzieningen die gewaardeerd zijn tegen contante waarde. De rente is daarbij nodig om in de toekomst het benodigde bedrag gespaard te hebben. Via een beslispunt bij deze jaarstukken wordt voorgesteld de rentevergoeding aan de voorziening "Algemene pensioenwet politiek ambtsdragers" te beëindigen. Dit is nog de enige voorziening waar rente wordt toegevoegd. Door de jaarlijkse actualisering van de benodigde pensioenbedragen door de externe actuaris is dit niet meer nodig.

Het renteschema leidt tot een omslagpercentage van 2,08% (begroting na wijziging 2,08%). In de begroting 2023 is een omslagpercentage van 2,00% bepaald voor dit verslagjaar. De begroting 2023 gaat uit van een omslagpercentage van 1,25%. Via een beslispunt bij deze jaarstukken wordt voorgesteld dit bij te stellen naar 1,75%. In de berekening van de 1,25% is de rentebaat over het schatkistbankieren meegenomen. Eind 2023 is via nadere uitleg van de commissie BBV en de accountant duidelijk geworden dat die rentebaat geen onderdeel vormt van het omslagpercentage.

Indien de werkelijke rentelasten in euro’s die over een jaar aan taakvelden hadden moeten worden doorbelast afwijken van de rentelasten in euro’s die op basis van de (voor)gecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend, dan kan de gemeente besluiten tot correctie. Correctie wordt verplicht gesteld indien deze afwijking groter is dan 25%. Dit laatste is voor 2023 niet van toepassing. De afwijking is nihil.

Renteschema volgens BBV notitie (bedrag x € 1.000)

begr. 2023

werk. 2023

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering

2.966

2.966

b. -/- de externe rentebaten over de korte en lange financiering

0

0

a+b totaal door te rekenen externe rente

2.966

2.966

De rente die aan de grex MOET worden doorberekend

-49

-43

-/- De rente van projectfinanciering die aan het taakveld MOET worden doorberekend

0

0

c. -/- rente grondexploitaties

-49

-43

d. Aan taakvelden toe te rekenen EXTERNE rente (a tm c)

2.918

2.923

e1. Rente over eigen vermogen

0

0

e2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op CW)

80

71

f. Totaal geraamde/werkelijk aan taakvelden toe te rekenen rente (d+e)

2.998

2.994

g. De geraamde/werkelijk aan taakvelden toegerekende rente

-2.956

-2.963

h. Renteresultaat op het taakveld treasury (f+g)

42

31

1. Boekwaarde vaste activa (excl. investeringsfonds) -/- aan derden verstrekte leningen per 1 januari

143.940

143.940

2. Saldo bij f)

2.998

2.994

Omslagpercentage (2 gedeeld door 1)

2,08%

2,08%

1. Renteresultaat

42

31

2. Totaal werkelijk aan taakvelden toe te rekenen rente (saldo bij f)

2.998

2.994

Afwijking mag niet > 25% bedragen (1 gedeeld door 2)

1,40%

1,04%

Deze pagina is gebouwd op 05/21/2024 07:46:11 met de export van 05/21/2024 07:40:19